Bestuurdersaansprakelijkheid

Werknemer als feitelijk bestuurder aansprakelijk voor boedeltekort faillissement

Rechtbank Noord-Holland 25 maart 2015
ECLI:NL:RBNHO:2015:2480
Bestuurdersaansprakelijkheid

Niet alleen (formeel) bestuurders kunnen aangesproken worden voor onbehoorlijk bestuur. Van een werknemer die intensief betrokken is bij de bedrijfsvoering van een onderneming en daar zeggenschap over heeft, kan aangenomen worden dat hij het beleid (mede) heeft bepaald en feitelijk bestuurder was. In deze zaak wordt het ‘hoofd sales’ met succes als feitelijk bestuurder aangesproken voor het boedeltekort.

Een uitzendbureau is failliet gegaan en de curator maakt een afspraak met de bestuurder van de holding die formeel enig aandeelhouder is. Uiteindelijk verschijnt naast de bestuurder gedaagde, die hoofd sales is. Volgens bestuurder en gedaagde bestond het management van het uitzendbureau uit de bestuurder als formeel bestuurder, het hoofd administratie, het hoofd planning en gedaagde als hoofd sales. De bestuurder geeft aan dat middels stemming werd beslist. Voor vragen over de jaarrekening en balans verwijst de bestuurder naar gedaagde. Gedaagde kan geen antwoord geven op de vraag waarom de jaarrekening 2010 niet is gedeponeerd, maar zegt de curator toe ontbrekende financiële administratie na te zenden. Ondanks herhaald verzoek gebeurt dit uiteindelijk niet en de curator spreekt in een bodemprocedure gedaagde aan tot betaling van het volledige tekort in het faillissement. Volgens de curator was gedaagde feitelijk bestuurder van het uitzendbureau en heeft hij zijn taak kennelijk onbehoorlijk vervuld, waardoor hij hoofdelijk aansprakelijk is (art. 2:248 BW).

Gedaagde zou volgens zijn arbeidsovereenkomst de functie van medewerker P&O vervullen en hij verweert zich door te stellen dat hij slechts werknemer was. De rechtbank dient daarom de vraag te beantwoorden of gedaagde als feitelijk beleidsbepaler kan worden aangemerkt. Artikel 2:248 lid 7 bepaalt dat met een bestuurder wordt gelijkgesteld degene die het beleid van de vennootschap heeft bepaald of mede heeft bepaald, als ware hij bestuurder. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat onder feitelijk beleidsbepaler wordt begrepen degene die, als ware hij bestuurder, aan de statutaire bestuurders opdrachten geeft die worden opgevolgd. En degene die, al dan niet met een officiële functie in de vennootschap, haar beleid bepaalt met terzijdestelling van het formele bestuur.

De rechtbank oordeelt dat de bemoeienissen van gedaagde in dit geval veel verder strekten dan bij een werknemer gebruikelijk is. Gedaagde hield zich bezig met typische bestuursaangelegenheden, waaronder een naamswijziging van de onderneming. Ook had hij relevante financiële stukken in bezit en presenteerde hij zich naar de buitenwereld als beleidsbepaler. Hij onderhield contacten met de belastingdienst en presenteerde hij zich jegens een debiteur als ‘financieel directeur’. Vermeldenswaard is dat de rechtbank overweegt dat het hierbij niet noodzakelijk is dat gedaagde de formeel bestuurder volledig terzijde heeft gesteld: ook in geval samen met de bestuurder beleid is bepaald of op een deelterrein, kan sprake zijn van feitelijk beleidsbepaler. 

Het is belangrijk te beseffen dat de naam van een functie niet doorslaggevend is voor de vraag of iemand als bestuurder kan worden aangesproken. Ook niet-formele bestuursleden kunnen worden aangesproken voor onzorgvuldig bestuur, indien zij vanwege hun betrokkenheid en zeggenschap gelijkgesteld kunnen worden met een bestuurder. Vanuit de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering bezien is het goed om te weten dat de hier besproken medebeleidsbepaler tevens onder de kring van verzekerden wordt geschaard, zodat ook diens aansprakelijkheid onder de verzekering zal vallen.


Heeft u vragen?

Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten.