Advocaten

Rust er een verplichting op een advocaat om te waarschuwen voor risico’s buiten de verstrekte opdracht?

Hoge Raad 22 december 2017
ECLI:NL:HR:2017:3260

Advocaten

Een advocaat wordt ingeschakeld bij de aankoop van een voormalig textielfabriek met omliggend terrein. Op het perceel is kort daarvoor door de overheid een sanering uitgevoerd in verband met een ernstige bodemverontreiniging. Beantwoord wordt de vraag hoever de verplichting van de advocaat reikt om zijn cliënt buiten de verstrekte opdracht (indringend) te waarschuwen voor risico’s op restverontreiniging.

Y is eigenaar van een latexfabriek met omliggend terrein. Nadat Y in staat van liquidatie komt te verkeren, is haar vermogen vereffend door mr. A. In 1997 besluit het provinciebestuur dat het perceel ernstig is verontreinigd en dat deze urgent dient te worden gesaneerd. In het jaar daarna neemt X samen met een zakenpartner tegen betaling van f 100.000,- de hypotheekrechten op het perceel over. In 1999 vragen zij advies aan de advocaat over de uitwinning van deze hypotheekrechten. Vervolgens schakelen zij de advocaat in 2000 wederom in voor onder meer advies over de aankoop van het perceel en het afkopen van de vordering van de Staat uit ongerechtvaardigde verrijking vanwege de tot medio 2000 uitgevoerde sanering van de aangetroffen bodemverontreiniging. De advocaat onderhandelt vervolgens met de advocaat van de Staat over het afkopen van de vordering van de Staat uit ongerechtvaardigde verrijking. Tijdens deze onderhandelingen komt ter sprake dat de bodem nog verontreinigd is, hetgeen voor de Staat reden is om in dit verband geen garanties te verstrekken. Ook in de berichten van de advocaat aan X is te lezen over mogelijke restverontreiniging. Daar komt bij dat mr. A bij de onderhandelingen omtrent de verkoop van het terrein in zijn berichtgeving aan X spreekt over nog resterende bodemvervuiling en X beschikt over een onderzoeksrapport uit 2001 waaruit blijkt in welke mate de bodem na de sanering door de Staat nog is verontreinigd.

Tegen deze achtergrond wordt het perceel grond in eigendom verkregen door X. Een aantal jaren later wil X het perceel ontwikkelen. Daarbij laat hij onderzoek verrichten naar de staat van de bodem. Daaruit blijkt dat de grond ernstig is verontreinigd en dat de sanering uitgevoerd door de Staat, slechts beperkt van omvang is geweest. X schakelt hierop de advocaat in om de Staat aansprakelijk te stellen. Als die aansprakelijkheid afwijst, draait X zich om naar zijn advocaat. Hij verwijt de advocaat dat deze hem niet heeft gewaarschuwd voor het risico van een nog resterende ernstige bodemverontreiniging op het terrein.

Hoewel het hof overweegt dat de advocaat hier niet voor is ingeschakeld, beslist het hof dat het voor de advocaat duidelijk had moeten zijn dat hij X ook moest waarschuwen voor risico’s van een restverontreiniging. De Hoge Raad is het met het hof eens dat op de advocaat een waarschuwingsplicht rustte, ook al had hij daartoe geen opdracht verkregen. Echter, de Hoge Raad is het niet eens met de conclusie van het hof dat de advocaat onvoldoende zou hebben gewezen op het risico van restverontreiniging. Daarbij is voor de Hoge Raad van belang dat X  reeds ten tijde van de aankoop over het onderzoeksrapport beschikte, waaruit blijkt dat er sprake was van een aanzienlijke restverontreiniging. Nu ook in de overige correspondentie met de advocaat, mr. A en de advocaat van de Staat wordt gesproken over restverontreiniging, valt volgens de Hoge Raad niet in te zien dat de advocaat (indringender) voor het risico op restverontreiniging had moeten waarschuwen. Het oordeel van het hof is volgens de Hoge Raad dan ook onbegrijpelijk.

Het arrest van de Hoge Raad bevestigt zijn eerdere rechtspraak, waarin is bepaald dat de zorgplicht van een advocaat zich niet beperkt tot de aan hem gegeven opdracht. De belangen van de cliënt kunnen namelijk meebrengen dat de advocaat uit eigen beweging waarschuwt voor additionele risico’s die zich kunnen voordoen of dat hij zijn cliënt spontaan informeert of adviseert over andere mogelijkheden dan die waarnaar was gevraagd. De advocaat met een opdracht tot belangenbehartiging moet de rechtmatige belangen met betrekking tot de zaak naar behoren behartigen, inclusief de belangen die niet uitdrukkelijk tot onderwerp van de prestatie waren gemaakt. Of en in welke mate een advocaat de cliënt daarbij behoort te informeren over en te waarschuwen voor een bepaald (buiten de opdracht vallend) risico, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij onder meer betekenis kan toekomen aan de ernst en omvang van het desbetreffende risico, de mate van waarschijnlijkheid dat dit zich zal realiseren en de mate waarin de cliënt ervan heeft blijk gegeven zich reeds van dat risico bewust te zijn.


Heeft u vragen?

Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten.