Accountants / Notarissen / Advocaten

Geldt het tuchtrecht ook als een accountant (notaris, advocaat) zich privé inzet als penningmeester van een vereniging?

College van Beroep voor het bedrijfsleven 10 maart 2017
ECLI:NL:CBB:2017:84
Accountants / Notarissen / Advocaten

De accountant was in privé penningmeester van een vereniging en heeft in die hoedanigheid onder meer een exploitatieverslag vastgesteld. Over de inhoud daarvan klaagt één van de leden van de vereniging bij de tuchtrechter. Kan het handelen van een accountant in de privésfeer tuchtrechtelijk gesanctioneerd worden?  

Een accountant is in privé lid van een vereniging die voor haar leden een bungalowpark exploiteert (‘de vereniging’). De leden van de vereniging zijn allen eigenaar van één of meerdere bungalows op het bungalowpark. Zo ook de accountant. De accountant verzorgt de administratie van de vereniging en is aangesteld als penningmeester, tevens bestuurslid. Na afloop van ieder boekjaar wordt door de vereniging een exploitatierekening opgesteld die ter vaststelling wordt voorgelegd aan de algemene ledenvergadering. De accountant is grotendeels de opsteller van de exploitatieverslagen over de jaren 2012 en 2013. Een lid van de vereniging heeft een veelvoud aan klachten aangevoerd tegen de werkzaamheden die de accountant voor de vereniging heeft verricht.
 
De accountant heeft onder meer als verweer gevoerd dat hij voor zijn werkzaamheden voor de vereniging niet tuchtrechtelijk kan worden aangesproken. Hij was naar eigen zeggen als bestuurslid en penningmeester weliswaar verantwoordelijk voor de exploitatieverslagen, maar had deze niet in de hoedanigheid als register accountant opgemaakt of gecontroleerd. Hij zou bovendien op geen enkele wijze de suggestie hebben gewekt dat er accountantswerkzaamheden door hem zouden worden verricht en had evenmin in zijn correspondentie met derden de aanduiding RA gebruikt. Ten slotte was de accountant nog wel ingeschreven in het register, maar zou hij al sinds 1988 niet meer werkzaam zijn geweest als accountant.
 
De accountantskamer verwerpt het betoog van de accountant en oordeelt dat de werkzaamheden, waarbij de accountant zijn vakbekwaamheid heeft ingezet, wel onder het bereik van het tuchtrecht vallen en zodoende aan het oordeel van de tuchtrechter zijn onderworpen. Dat de accountant geen gebruik heeft gemaakt van zijn RA-titel en zich evenmin als RA heeft gepresenteerd leidt niet tot een ander oordeel. Dat de exploitatierekening nog goedgekeurd werd door de algemene ledenvergadering van de vereniging doet daar niet aan af. De accountant is immers grotendeels de opsteller van de exploitatierekeningen en gesteld noch gebleken is dat hij zich binnen het bestuur daarvan heeft gedistantieerd. De accountantskamer acht de klacht vervolgens op verschillende onderdelen gegrond. Die onderdelen zijn echter materieel gezien van gering gewicht, zodat de accountantskamer het niet nodig vindt om een maatregel op te leggen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven is echter strenger en legt de accountant een waarschuwing op.
 
De accountant die in de privésfeer zijn vakbekwaamheid inzet kan bij eventuele fouten dus tuchtrechtelijk worden aangesproken. Dit kan het geval zijn als een accountant werkzaamheden verricht voor een vereniging, maar ook indien hij een onbezoldigde vriendendienst levert. Dit geldt overigens voor meer beroepsbeoefenaren. Ook advocaten en notarissen kunnen voor bepaalde handelingen in (de) privé(sfeer) tuchtrechtelijk aansprakelijk zijn. Zoals deze uitspraak ook illustreert, geldt dat privégedragingen vooral dan tuchtrechtelijk van belang zijn indien er voldoende verband bestaat met de praktijkuitoefening.
 
Dit hoeft overigens niet altijd zo te zijn. Het tuchtrecht heeft als doel om de eer en goede naam van de beroepsgroep te waarborgen. Indien een beroepsbeoefenaar zich gedraagt op een manier die de eer en goede naam zo ernstig schaden, dan kan hij zich daarover voor de tuchtrechter moeten verantwoorden. Ook al had zijn gedraging niets met het uitoefenen van het beroep te maken. Dit laatste was aan de orde in een recente tuchtzaak bij de Raad van Discipline in Den Haag (ECLI:NL:TADRSGR:2017:150). Wegens het wangedrag van een advocaat tijdens zijn vakantie heeft de Raad hem een maatregel opgelegd (schorsing van 26 weken). De ongeoorloofde gedragingen raakten de kernwaarden van de advocatuur: “Ook wanneer een advocaat optreedt in een privéhoedanigheid blijft voor hem het advocatentuchtrecht gelden”.
 
Van belang is nog dat de beroepsbeoefenaar ook civielrechtelijk aansprakelijk kan zijn voor het verrichten van werkzaamheden in de privésfeer. Dit kan onder omstandigheden echter een risico voor de dekking onder de beroepsaansprakelijkheidsverzekering opleveren. Die verzekering, die veelal door het kantoor of de werkgever van de beroepsbeoefenaar is afgesloten, strekt er primair toe om de aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar bij de uitvoering van zijn zakelijke dienstverlening (en niet zijn gedragingen in privé of als bestuurder) te dekken. Mocht u hier verder vragen over hebben, dan staan wij u daar natuurlijk graag over te woord. 


Heeft u vragen?

Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten.