Advocaten (Notarissen / Accountants)

Een maatschap kan, los van haar maten, een eigen belang hebben bij het instellen van een hoger beroep

Hoge Raad 18 december 2015
ECLI:NL:HR:2015:3637
Advocaten (Notarissen / Accountants)

Hoofdelijke aansprakelijkheid houdt in dat ieder van de aansprakelijke partijen zelfstandig gehouden is de volledige schade van de eiser te betalen. Maar wat als één van de leden van de tot schadevergoeding veroordeelde maatschap geen hoger beroep wenst in te stellen en de overige leden wel?

Dit arrest maakt duidelijk dat een maatschap ook los van de individuele maten een belang kan hebben bij het instellen van een hoger beroep. Ook blijkt uit het oordeel van de Hoge Raad dat hoofdelijk aansprakelijk gehouden partijen afzonderlijk van elkaar tegen de hoofdelijke aansprakelijkheid op kunnen komen.
 
In casus ging het om drie advocaten die samen een maatschap vormden. Deze maatschap en haar drie maten waren door een (voormalig) klant voor de rechtbank gedaagd omdat zij tekort zouden zijn geschoten in de nakoming van hun overeenkomst. De rechtbank wees de vordering toe en stelde de drie maten en de maatschap hoofdelijk aansprakelijkheid voor de betaling van schadevergoeding. De maatschap heeft vervolgens samen met twee van haar maten hoger beroep ingesteld. De derde advocaat was inmiddels uit de maatschap getreden (en dus geen maat meer) en stelde geen hoger beroep in. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en wees een aanzienlijk lager bedrag aan schadevergoeding toe. De klant (hierna: “eiseres”) ging daarop in cassatie.
 
Volgens eiseres had het Hof zowel de maatschap als haar maten niet-ontvankelijk moeten verklaren, omdat zij geen rechtmatig belang bij hun hoger beroep hadden.  De Hoge Raad verwerpt dit argument. De opdracht in deze zaak was niet aan een specifieke advocaat, maar aan de maatschap gegeven. De vordering, en daarmee de veroordeling van de rechtbank, richt zich dus tegen de maatschap, waarna vervolgens de maten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van het daarmee gemoeide bedrag. Daarmee heeft de maatschap – los van haar afzonderlijke maten – belang bij het hoger beroep. Een maatschap heeft dus, wanneer de overeenkomst van opdracht niet met een specifieke maat maar met de maatschap als geheel is gesloten, een eigen belang bij het instellen van een beroep.
 
Wat betreft de advocaat die niet in hoger beroep was gegaan, overweegt de Hoge Raad dat het arrest van het Hof geen verandering kan brengen (en dus ook niet brengt) in de aansprakelijkheid van deze advocaat. Die aansprakelijkheid blijft bestaan.


Heeft u vragen?

Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten.