Algemeen

De verzekeringsplicht voor werkgevers: wat is een behoorlijke verzekering?

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 22 juli 2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:2215
Algemeen

De werkgever heeft met de afgesloten ongevallen-/inzittendenverzekering en collectieve ongevallenverzekering, die bij lange na niet de schade van de werknemer dekken, haar verplichting geschonden om zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering voor werknemers die als bestuurder aan het verkeer deelnemen.

Als je personeel in het kader van de werkzaamheden laat rijden in een auto moet je als werkgever zorgdragen voor een 'behoorlijke verzekering'. Dat is al eerder uitgemaakt in de rechtspraak. Deze uitspraak ziet op de vraag wat een ‘behoorlijke verzekering’ dan precies is.

Een taxichauffeur heeft tussen twee ritten, waarbij zij naar haar huisadres reed, een frontale botsing gehad met letselschade tot gevolg. Het hof heeft bij tussenarrest geoordeeld dat de rit behoorde tot vervoer dat op één lijn te stellen is met vervoer krachtens de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst en in het kader van de voor de werkgever uit te voeren werkzaamheden (ECLI:NL:GHSE:2013:5200). Hiermee was de werkgever gehouden voor een behoorlijke verzekering voor de werkneemster zorg te dragen.

Bij eindarrest stelt het hof vast dat de werkgever beschikt over een ongevallen-/inzittendenverzekering en collectieve ongevallenverzekering, die allebei een sommenuitkering toekennen in geval van blijvende invaliditeit. Deze verzekeringen bieden voor het ongeval echter geen dekking, omdat geen blijvende invaliditeit is vastgesteld. Onder de collectieve ongevallenverzekering is wel een zeer beperkte coulance uitkering aangeboden.

Het hof oordeelt dat het enkele feit dat de CAO verplichtte tot een collectieve ongevallenverzekering, niet meebrengt dat de verzekeringsplicht van de werkgever beperkt is tot die verzekering. Nu de letselschade en overige materiële en immateriële schade van de werkneemster bij lange na niet wordt gedekt door de ongevallenverzekeringen, acht het hof de ongevallenverzekeringen te beperkt. Van belang is dat het hof in navolging van Hof ’s-Hertogenbosch 28 september 2010 (ECLI:GHSHE:2010:BN9585) aanneemt dat een Schade Verzekering Inzittenden (SVI) de schade wel zou hebben vergoed. Onbetwist is dat een dergelijke verzekering in 2008, toen het ongeval plaatsvond, tegen een redelijke premie afgesloten kon worden en dat dat toen gebruikelijk was.

Het hof concludeert dan ook dat de werkgever niet heeft voldaan aan haar verplichting om voor een behoorlijke verzekering zorg te dragen. De werkgever dient de schade te vergoeden die door dit nalaten is veroorzaakt, dat wil zeggen de schade als gevolg van het missen van een uitkering die op grond van een behoorlijke verzekering zou zijn verstrekt. Het hof wijst € 4.000, als voorschot op de schadevergoeding toe.

Opvallend aan deze uitspraak is dat van een behoorlijke verzekering dus niet snel sprake zal zijn in geval van een ongevallenverzekering waarvan de (sommen)uitkering de schade niet of zeer beperkt dekt. Met de komst van de SVI, die (volgens het hof) tegen een redelijke premie kan worden afgesloten, lijkt een veilige route voor werkgevers om een dergelijke verzekering af te sluiten om aan haar verzekeringsplicht te voldoen.


Heeft u vragen?

Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten.