Notarissen

De reikwijdte van de rechercheplicht: ook bij (verondersteld) bekende omstandigheden moet je onderzoeken en waarschuwen

Gerechtshof Amsterdam 12 mei 2015
ECLI:NL:GHAMS:2015:1849
Notarissen

Een notaris passeert een hypotheekakte waarbij een bank als hypotheeknemer is betrokken. Enige jaren later blijkt de bestemming van het pand anders te zijn dan de bank veronderstelde, wat haar verhaalsmogelijkheden frustreerde. De bank meent dat de notaris haar op de (juiste) bestemming van het onderpand had moeten wijzen.

In dit arrest gaat het Hof in op de inhoud en de reikwijdte van de rechercheplicht die op de notaris rust. De invulling daarvan kan vervolgens weer effect hebben op de informatie- en waarschuwingsplicht tegenover belanghebbenden.
 
Wat was hier de casus? In 1991 had de notaris een scheidingsakte verleden, waarbij in de akte staat opgenomen dat het perceel dienstbaar is aan een naastgelegen bungalowpark. In 2004 wordt de woning doorverkocht en wordt tegelijk met de leveringsakte een hypotheekakte verleden. Daarin stond dat de woning de eigenschappen van een woonhuis bezit. Als de bank wil overgaan tot executie, ontdekt zij dat de woning nog altijd als dienstwoning wordt gezien en het gebruik als particuliere woning strijdig is met het bestemmingsplan. Enige tijd later kan zij na bestemmingswijziging wel tot executie overgaan, maar is inmiddels ook de nodige schade opgetreden. De notaris kende (ook professioneel) de situatie ter plaatse en wist van de bestemming tot dienstwoning. Door een bestemmingswijziging veronderstelde hij echter dat de woning nu een woonhuis betrof.
 
Deze veronderstelde bekendheid en de daarop gebaseerde aannames rekent het hof de notaris zwaar aan. Juist vanwege de bekendheid met de situatie ter plaatse had het op zijn weg gelegen om de aannames te toetsen aan de werkelijkheid, aldus het hof. Daaraan doet niet af dat het in beginsel niet aan een notaris is om partijen voor te lichten over publiekrechtelijke aspecten van een transactie. Het voldoen aan de rechercheplicht door de notaris en het vervolgens waarschuwen van partijen had de schade immers kunnen voorkomen.
 
Het arrest is relevant om twee redenen. Ten eerste blijkt uit het arrest dat schending van de rechercheplicht snel tot aansprakelijkheid van de notaris leidt. Het arrest laat ook de verwevenheid tussen de rechercheplicht en de informatie-/waarschuwingsplicht zien. De uit de recherche gebleken informatie kleurt immers de vraag in of op de notaris een dergelijke plicht rustte. Verder blijkt uit het arrest dat voor de vraag of op een notaris een informatie-/waarschuwingsplicht rust niet alleen de informatie die blijkt uit de recherche relevant kan zijn. Ook informatie die de notaris uit andere hoofde ontvangt is daarvoor van belang. De vraag is echter wel hoe ruim ‘uit andere hoofde’ moet worden uitgelegd. Het is immers denkbaar dat, afhankelijk van de aard van de informatie en de wijze van verkrijging daarvan, de notaris vanwege zijn geheimhouding niet altijd vrij zal staan om de andere partij daarover te informeren c.q. te waarschuwen.
 
Ten tweede is het arrest relevant omdat het niet voldoen aan de rechercheplicht kan leiden tot dekkingsproblemen onder de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de notaris. Het niet voldoen aan de rechercheplicht is immers veelal uitgesloten van dekking onder de beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Overigens wordt dit risico, onder omstandigheden, wel door verzekeraars meeverzekerd. Mocht u daar meer informatie over wensen, zijn we u uiteraard graag van dienst.


Heeft u vragen?

Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten.