Notarissen

De beoordeling van de wilsbekwaamheid door de notaris

Gerechtshof Amsterdam, 25 januari 2022
ECLI:BL:GHAMS:2022:101
Notarissen

Nadat twee broers (‘Y’ en ‘X’) op leeftijd via de notaris een perceel grond hebben verkocht, wordt duidelijk dat zij ten tijde van het passeren van de akte niet de wens hadden om het perceel over te dragen. Daarop wordt door de bewindvoerders van de inmiddels onder bewind gestelde broers een klacht ingediend tegen de notaris. Hij zou ten tijde van het passeren van de akte namelijk onvoldoende alert zijn geweest op de wilsbekwaamheid van de twee broers. Heeft de notaris in strijd met zijn zorgplicht gehandeld?

Nadat de twee broers een perceel grond verkochten, is de notaris ingeschakeld om een akte van levering op te stellen en deze te passeren. Door de notaris is ter zitting toegelicht onder welke omstandigheden hij de akte van levering heeft gepasseerd. Uit deze toelichting blijkt dat omdat de notaris er bekend mee was dat één van de broers woonachtig was in een zorgcentrum, hij ervoor koos om de akte niet bij volmacht, maar in aanwezigheid van de verkopers en de kopers te passeren. Voorafgaand aan het passeren van de akte, heeft de notaris, in aanwezigheid van hun broer en zus, op de kamer van Y gesproken met de broers. Door de notaris wordt verder toegelicht dat hij de akte uitvoerig met de broers heeft doorgenomen omdat hij wist dat Y niet kon lezen. Ook benoemt de notaris dat Y, ondanks dat hij niet heel goed praatte, wel wist dat hij geen eigenaar meer zou zijn van het perceel.

Al vrij snel nadat de akte is gepasseerd, ontvangt de notaris bericht dat de broers niet de wens hadden om het perceel over te dragen. Dit leidt er toe dat tegen de notaris een klacht wordt ingediend omdat hij ten tijde van het passeren van de akte onvoldoende alert zou zijn geweest op de wilsbekwaamheid van de twee broers. Of een notaris in dat kader aan zijn verplichtingen heeft voldaan, moet volgens vaste rechtspraak van de Notariskamer worden beantwoord aan de hand van de volgende norm. 

De beoordeling van de wilsbekwaamheid komt in eerste instantie aan op de eigen waarneming van de notaris. Twijfelt de notaris? Dan is in het algemeen verder onderzoek aangewezen. Het Stappenplan van de KNB biedt hiervoor een handreiking. In het Stappenplan staan indicatoren vermeld die aanleiding kunnen zijn voor een nadere beoordeling van de wilsbekwaamheid. Indien een notaris - ook al heeft hij kennis van één of meerdere indicatoren - echter geen aanleiding heeft om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van een cliënt, dan behoeft hij het Stappenplan niet te volgen. Belangrijk is dat de notaris hierbij een redelijke beoordelingsvrijheid heeft en dat als achteraf uit deskundigenrapport af te leiden is dat een cliënt op het moment van een bespreking of passeren van een akte (mogelijk) niet als wilsbekwaam kon worden aangemerkt, dit niet zonder meer betekent dat dit ook aan de notaris duidelijk had moeten zijn geweest. 

In deze zaak oordeelde de Notariskamer uiteindelijk dat de notaris ten opzichte van ‘Y’ niet handelde zoals een zorgvuldig notaris betaamt, maar ten opzichte van ‘X’ wel. Voor dit oordeel was allereerst van belang dat (i) de notaris wist dat de broer niet zelfstandig in een zorgcentrum woonde, (ii) de notaris de akte niet “onder vier ogen” met de broers heeft doorgenomen en (iii) in de koopovereenkomst een derde als contactpersoon van de broers werd genoemd. ‘Y’ leek daarnaast in 2013 een beroerte te hebben gehad als gevolg waarvan hij verstandelijk beperkt was. En hoewel deze medische informatie niet bekend was tijdens het passeren van de akte, moet dit van zodanig invloed zijn geweest – ‘Y’ kwam niet uit zijn woorden en kon niet lezen ‘ – dat dit bij de notaris tot gerede twijfel had moeten leiden. ‘X’, daarentegen, kon beter uit zijn woorden komen en woonde nog zelfstandig, zodat de notaris ten aanzien van ‘X’ niet behoefde te twijfelen aan de wilsbekwaamheid. De Notariskamer schorst de notaris vervolgens voor twee weken.

Wordt een notaris, zoals in deze zaak het geval was, verweten dat hij onvoldoende alert was op de wilsbekwaamheid van betrokkene, dan komt het regelmatig voor dat er een tuchtklacht wordt ingediend. De vraag komt dan op hoe een notaris zich het best kan verweren. Het antwoord op die vraag wordt ingekleurd door het feit dat de notaris gebonden is aan zijn geheimhoudingsplicht. Dit betekent – kort gezegd – dat hij de informatie die hem ten oren is gekomen in beginsel niet mag delen met derden. Oók niet in een juridische procedure. De notaris kan echter wel uitleggen hoe zijn feitelijke werkwijze eruit heeft gezien. Door (onder meer) uit te leggen (i) wie het initiatief voor zijn inschakeling heeft genomen, (ii) waar, hoe vaak en in aanwezigheid van wie er besprekingen hebben plaatsgevonden, (iii) in hoeverre het een complexe zaak betrof, (iv) hoe de wil is gecontroleerd en (v) welke indruk de betrokkene maakte kan de notaris toelichten op welke manier hij de wilsbekwaamheid heeft gecontroleerd en de beoordelingsruimte die hem daarbij toekomt, heeft ingevuld.


Heeft u vragen?

Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten.