Accountants

Accountants tuchtrechtelijk aansprakelijk voor het niet-afsluiten van een (beroeps)aansprakelijkheidsverzekering.

College van Beroep voor het bedrijfsleven 18 januari 2018
ECLI:NL:CBB:2018:29

Op 18 januari 2018 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven een oordeel gegeven over het handelen van een accountant die al eerder voor de tuchtrechter was verschenen. Hem werd in de onderhavige procedure onder andere verweten dat hij geen beroepsaansprakelijkheidsverzekering had afgesloten.

Op 18 januari 2018 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven een tuchtrechtelijke uitspraak gedaan over enkele verplichtingen van accountants.

Y klaagde in deze procedure over het handelen van een accountant. Deze (openbare) accountant had vanaf 2001 de jaarrekeningen voor bedrijf X opgesteld. De door deze accountant opgestelde ‘jaarrekening 2001’ is in 2004 in de AvA vastgesteld. Deze jaarrekening is onderwerp (geweest) van verschillende civiele procedures tussen Y en X. In 2013 en 2014 heeft de accountant tweemaal een nieuwe ‘jaarrekening 2001’ opgesteld. Y heeft in een tuchtrechtelijke procedure geklaagd over de beoordelingsverklaring van de accountant uit 2014. De accountant heeft de jaarrekening vervolgens ongewijzigd aan de AvA van 2015 voorgelegd. Onder andere hierover werd door Y bij het College geklaagd.

Het College overwoog in dit kader, dat wanneer in de jaarrekening opgenomen informatie nog voorwerp van discussie is in een tegen de accountant gevoerde tuchtprocedure, het op de weg van de accountant ligt dit in de ter goedkeuring aan de AvA voorgelegde stukken te verduidelijken. Dit heeft hij nagelaten. Het College overwoog dat er geen sprake was van schending van het fundamentele beginsel van integriteit, nu de accountant geen verwijt kon worden gemaakt dat hij betrokken was bij informatie die naar zijn oordeel een bewering bevatte die materieel onjuist, onvolledig of misleidend was. Aan de andere kant had de accountant, door na te laten te expliciteren dat zijn oordeel ten aanzien van in de jaarrekening opgenomen informatie rechtens werd betwist, wel het fundamentele beginsel van professionaliteit geschonden.

Ook werd door Y geklaagd dat de accountant heeft geweigerd zijn verzekeringsgegevens over te leggen, waarmee aldus het vermoeden zou zijn gewekt dat de accountant niet is verzekerd. Het college oordeelde in dat kader dat de accountant, in zijn hoedanigheid van dagelijks beleidsbepaler van zijn kantoor, nagelaten heeft zorg te dragen voor een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Deze verzekeringsplicht geldt voor assurance opdrachten, maar ook voor aan assurance verwante opdrachten. Dit zijn bijvoorbeeld opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie. Door het niet afsluiten van een verzekering heeft de accountant de in de NVAK-ass en -aav (RA) gelegde voorschriften en de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden.

De laatste klacht van Y zag er op dat de jaarstukken (van de eigen vennootschappen van de accountant zoals ingediend bij de KvK) niet voldeden aan de wettelijke vereisten. Een deel van de (sub)verwijten van Y achtte het College gegrond. Zo waren de jaarrekeningen over 2013 en 2014 niet (tijdig) openbaar gemaakt. Ook oordeelde het College dat de accountant niet aan zijn verplichting uit artikel 2:396 lid 5 BW – de verplichting tot opgave van het aantal geplaatste aandelen en het bedrag per soort, aantal en bedrag van de in het boekjaar uitgegeven aandelen en van de aandelen en certificaten daarvan die de rechtspersoon of een dochtermaatschappij voor eigen rekening houdt – heeft voldaan.

Relevant aan deze tuchtprocedure is het oordeel dat het niet afsluiten van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering niet alleen in strijd is met de op accountants rustende (wettelijke) verplichtingen, maar tevens (tuchtrechtelijk) in strijd is met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Overigens gelden vanaf 1 januari 2018 de NVKS, om één set van regels voor accountantskantoren en accountantsafdelingen tot stand te brengen. Hierin is aan accountantskantoren de verplichting opgelegd een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten (artikel 15). Door het bestuur van de NBA is per besluit van 14 november 2017 nadere invulling gegeven aan de verzekerde bedragen per aanspraak en het maximaal eigen risico. Daarnaast blijkt uit de uitspraak dat accountants er goed aan doen om, wanneer zij jaarstukken aan een AvA presenteren, lopende (tuchtrechtelijke) procedures daarover in de toelichting op te nemen. Tot slot volgt uit deze uitspraak dat een accountant uiteraard de noodzakelijke informatie in zijn jaarrekening dient op te nemen en er op dient te letten dat deze (tijdig) ingediend wordt bij de KvK.