Accountants

Accountant aansprakelijk nadat zij zelf vindt dat zij een beroepsfout heeft gemaakt?

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 20 november 2018
ECLI:NL:GHSHE:2018:4844
Accountants

Een account tekent, nadat de vennootschap voor wie zij werkzaam was een forse naheffing krijgt van de Belastingdienst, beroep aan bij de rechtbank. Omdat de accountant enige motivering achterwege laat, wordt het beroep afgewezen. Een beroepsfout, aldus de accountant zelf. Maar betekent dit ook dat de accountant aansprakelijk is?

Wanneer een vennootschap in oktober 2007 een distributiecentrum voor  3,1 miljoen euro verkoopt, en als gevolg daarvan een fiscale boekwinst van bijna 2,7 miljoen euro realiseert, zoek zij naar een manier om te voorkomen dat over deze fiscale boekwinst direct al vennootschapsbelasting moet worden betaald. Daarop wordt op advies van de eerste belastingadviseur (hierna: “de adviseur”) een herinvesteringsreserve gevormd. Nadat deze adviseur van het toneel verdwijnt, schakelt de vennootschap een accountant in. Als zij aan het begin van 2009 de aangifte vennootschapsbelasting over het jaar 2007 doet, neemt zij, zoals destijds door de adviseur was voorgesteld, de herinvesteringsreserve op in de aangifte.

De inspecteur van de Belastingdienst is echter een andere mening toegedaan en corrigeert de aanslag in die zin dat over de boekwinst alsnog vennootschapsbelasting moet worden betaald. Daarop maakt de account bezwaar en stelt, wanneer dit bezwaar niet gehonoreerd  wordt, beroep in bij de rechtbank. De accountant laat echter na de gronden van het beroep te vermelden, zodat de rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Als het beroep ook in cassatie ongegrond wordt verklaard, komt de vennootschapsbelasting definitief vast te staan en dient te vennootschap met het nog verschuldigde bedrag over de brug te komen.

Zowel de adviseur als de accountant worden daarop door de vennootschap aansprakelijk gesteld. De adviseur wordt verweten een onjuist advies te hebben verstrekt, de account wordt verweten de belangen van de vennootschap in de fiscale procedure niet naar behoren te hebben behartigd door niet tijdig en deugdelijk beroep in te stellen. Nadat in eerste aanleg de vorderingen onder meer op de klachtplicht (art. 6:89 BW) wordt afgewezen, komt de zaak bij het hof.  


De vordering jegens de adviseur wordt afgewezen omdat door de vennootschap onvoldoende is onderbouwd waarom een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in 2007 niet tot het geven van het advies had kunnen overgaan.

Over het verwijt aan de accountant schrijft het hof het volgende. Omdat de accountant in de procedure bij de rechtbank heeft erkend dat er, met betrekking tot het gestelde verwijt, sprake is geweest van een beroepsfout, moet alleen nog worden beoordeeld of er een causaal verband bestaat tussen de beroepsfout en de gestelde schade. Dat doet het hof door zich een oordeel te vormen over de vraag of het tijdig en gemotiveerd indienen van het beroepschrift succesvol zou zijn geweest en tot vernietiging van de aanslag had geleid. Uit de overgelegde informatie leidt het hof af dat het voornemen tot herinvestering ten tijde van de verkoop niet meer aanwezig was. Ook in de hypothetische situatie dat de accountant de beroepsgronden tijdig en deugdelijk bij de rechtbank had ingediend, zou dit er volgens het hof toe hebben geleid dat de belastingrechter de aanslag niet had vernietigd. Zodoende bestaat er geen causaal verband en kan ook de accountant, hoewel zij haar beroepsfout heeft erkend, niet aansprakelijk worden gesteld.

Deze uitspraak laat nog maar eens zien dat het bestaan van causaal verband  tussen de gestelde fout en schade cruciaal is voor het antwoord op de aansprakelijkheidsvraag. Het arrest biedt dan ook een belangrijke les voor de praktijk: het erkennen van een beroepsfout hoeft er niet zonder meer toe te leiden dat aansprakelijkheid moet worden aangenomen. Toch is het niet altijd raadzaam om een beroepsfout te erkennen; in ieder geval niet zonder voorafgaand overleg met de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Enerzijds kan het erkennen van een beroepsfout een aansprakelijkheidsdiscussie met de tegenpartij bemoeilijken. Anderzijds kan de verzekeraar zich op het standpunt stellen dat zij door een (onterechte) erkenning in haar belang is geschaad. Dit laatste kan mogelijk consequenties hebben voor de beroepsaansprakelijkheidsdekking. Wordt u aangesproken of ontvangt u een aansprakelijkstelling, neem dan direct contact met ons op.


Heeft u vragen?

Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten.